We doen geen theorie hoor

Hoe je modellen betekenisvol maakt door ze eerst te laten ervaren — en pas later, misschien, een naam te geven.

Samenvatting

Sommige klanten vragen om frameworks. Anderen zeggen: “Zeg alsjeblieft niet dat het Design Thinking is.” Deze verkenning is voor de sceptici — voor wie op zoek is naar echte inzichten, maar allergisch is voor buzzwords. Over leren vanuit ervaring, vertrouwen winnen zonder labels, en de kracht van niet alles meteen benoemen.

“We doen geen theorie hoor” — Hoe je modellen betekenisvol maakt zonder ze te noemen

“Kunnen we iets doen zoals Design Thinking — maar zeg het alsjeblieft niet zo.”

“Als je zegt dat het een model is, haken ze meteen af.”

Ik heb het vaker gehoord. En elke keer begrijp ik het. Het gaat niet om weerstand tegen ideeën. Het gaat om weerstand tegen het gevoel dat er over je heen wordt gepraat, dat iets wordt opgediend wat niet aansluit bij de realiteit.

Dit is geen angst voor structuur. Het is iets anders. En als we dat niet goed zien, missen we precies die mensen die waarde hechten aan doen boven theorie, aan echt boven trend.

Waar mensen écht op afhaken

Veel mensen hebben geen moeite met kaders of modellen. Waar ze wél moeite mee hebben:

  • Oplossingen die generiek klinken en nergens op aangrijpen

  • Uitleg die niet past bij hun complexe werkelijkheid

  • Taal die niet van hen voelt

Wat ze tegenhoudt:

  • Te vroeg gebracht

  • Te abstract uitgelegd

  • Geleverd met een logo, diagram, of de belofte van 7 eenvoudige stappen

Het is niet structuur die ze afwijzen — maar de manier waarop structuur vaak binnenkomt: kil, gelikt, niet verbonden. Of erger: als verkooppraatje.

En er speelt ook iets sociaals:

“Jij hoort niet bij ons. Jij begrijpt niet hoe het hier werkt.”

Oftewel: “Ik bescherm wat belangrijk voor me is. Graag geen glad concept eroverheen.”

Verschillende klanten, verschillende instincten

Niet elke klant denkt hetzelfde.

Sommigen houden juist van labels. “Heb je iets met Design Thinking?” vragen ze, ook als ze nog niet precies weten wat het inhoudt. Er is een drang om bij te blijven. Om niets te missen.

Anderen zijn nieuwsgierig maar voorzichtig — open voor iets nieuws, maar niet snel overtuigd.

Maar deze verkenning gaat over een derde groep: de mensen die zeggen, “We willen het effect, maar noem het niet zo.”

Deze klanten kunnen sceptisch zijn, direct, allergisch voor taal die naar 'consultancy' ruikt. En toch — het zijn vaak de fijnste mensen om mee te werken.

Omdat ze geven om wat ze maken. Omdat ze geen luchtkastelen willen, maar iets echts. Iets dat werkt. Iets menselijks.

Ze dagen me uit, maken me gek, houden me scherp. En als het landt, dan landt het écht. Daarom schreef ik dit.

Waarom te vroeg benoemen deuren sluit

Zodra je een model noemt, vergelijken mensen het met iets wat ze al kennen. Of erger — met iets waar ze al een hekel aan hebben.

In plaats van luisteren, gaan ze oordelen. Ze stoppen het in een laadje met het etiket “niet voor ons.”

Je voelt de energie wegzakken.

“Dat hebben we al geprobeerd.”
“Dit klinkt als buzzwordbingo.”
“Dat is gewoon weer wat gebakken lucht”

Soms sluit de naam de deur nog voordat het gesprek begint.

Wat wél werkt: modellen zonder het woord 'model'

Wat doe je dan?

Je bouwt de structuur in stilte. Je ontwerpt de sessie zó dat het denken voelbaar wordt. Je laat mensen erdoorheen bewegen zonder te zeggen hoe het heet.

Je begint bij ervaring. Je laat mensen reflecteren. Je laat ze zelf ontdekken wat ertoe doet. En pas dan — misschien — noem je het bij naam.

“Laat ze het eerst voelen. En als ze het vragen, vertel dan pas wat het was.”

De structuur is er gewoon. Alleen niet op de voorgrond. En daardoor kan het z’n werk doen.

Waarom dit zo goed werkt

Mensen voelen zich niet ‘toegesproken’. Ze voelen zich betrokken. Ze hoeven niks te geloven. Ze mogen ervaren. Ze vergelijken niet. Ze doen mee.

En als ze later horen welk model erachter zat, zeggen ze vaak:

“Oh, dát was het? Dat vond ik eigenlijk best goed.”

Het probleem is niet het model — maar te vroeg framen

Ik ben niet tegen theorie. Integendeel.

Maar theorie die te vroeg komt, wordt een label. Een hokje. Een barrière.

Een goed model moet ervaring helder maken — niet vervangen. Het moet woorden geven aan iets dat al begonnen is te leven.

“Een model dat ná de ervaring komt, wordt taal.
Een model dat te vroeg komt, wordt een muur.”

Afsluiting: eerst ervaren. Dan pas benoemen.

Wat als we de naam nog even vasthouden? Wat als we mensen eerst door het idee laten bewegen voordat we het een frame geven?

Misschien is de beste vorm van leren dat wat niet als ‘leren’ voelt. En misschien is de eerlijkste versie van Design Thinking die waarin niemand het zo noemt — tot iemand glimlacht en vraagt:

“Wat gebeurde hier eigenlijk — en kunnen we dat nog eens doen?”

Nieuwsgierig hoe dit er in jouw team uit zou kunnen zien?
Ik denk graag mee over een aanpak die werkt — zonder het model te noemen, tenzij iemand erom vraagt.