Smurfen op de werkvloer. Wat games ons leren over mensen die te snel het makkelijke werk doen

In veel online games bestaat een bepaald soort speler: de smurf.
Iemand die op een veel te laag niveau speelt, het makkelijke werk doet, en zo het spel verstoort, voor zichzelf én voor anderen.
Op de werkvloer zie je precies hetzelfde gedrag: mensen die binnen hun comfortzone blijven, hun vaardigheden onderbenutten, risico’s vermijden en onbewust het teamtempo verlagen.
Deze verkenning laat zien waarom smurfen ontstaat, waarom het zo hardnekkig is, en wat we kunnen leren door het te herkennen.

Het is een moment dat veel teams herkennen. Een deadline nadert. Een taak loopt vast. En iemand met ervaring zegt:

“Laat mij het maar doen, dat is sneller.”

En dat is ook zo. Maar er gebeurt nog iets. De rest van het team leunt achterover. Leren stopt. Eigenaarschap verschuift. En de volgende keer is het nóg moeilijker voor iemand anders om het op te pakken.

In de gamewereld heeft dit een naam: smurfen. Op de werkvloer is het zo normaal dat we het nauwelijks nog zien.

Wat is smurfen?

In commerciële games ontstaat smurfen wanneer ervaren spelers een lager niveau-account aanmaken om tegen zwakkere tegenstanders te spelen. Het levert een snelle overwinning op, controle, en een gevoel van beloning. Maar het verpest het spel.

Op de werkvloer ziet smurfen er zo uit:

  • Seniors nemen eenvoudige taken over

  • Experts doen junior werk “zodat het doorloopt”

  • Hooggekwalificeerden werken ver onder hun niveau

Het voelt als helpen. Het oogt efficiënt. Maar het holt langzaam het leer- en groeivermogen van het team uit.

Smurfen remt niet alleen anderen af. Het remt het hele team.
Want niemand doet het werk dat hén uitdaagt.

Waarom gebeurt smurfen?

Er zitten goede bedoelingen achter:

  • Het is sneller

  • Het levert resultaat

  • Je vermijdt lastige overdrachten en feedback

  • Je voelt je nuttig

Maar onder de oppervlakte zegt het ook:

  • “Ik vertrouw er niet op dat jij dit redt.”

  • “We hebben geen tijd om jou te laten leren.”

  • “Ik doe het liever zelf, dan weet ik zeker dat het goed komt.”

En dat maakt het voor anderen moeilijker om de volgende keer initiatief te nemen.

Hoe het eruitziet: in games en op de werkvloer

In Zwift (een virtueel fietsplatform) verlagen rijders hun gewicht of FTP om in een lagere categorie te kunnen racen. Dit heet sandbagging. Het verstoort de balans. Het platform probeert dit tegen te gaan met verificatie, detectie-algoritmen en visuele signalen zoals bliksem-iconen.

In League of Legends en andere spellen verstoren smurfs het matchmaking-systeem. Ontwikkelaars proberen het met IP-tracking, beloningen voor coaching en meldsystemen.

Het lost het niet volledig op. Maar het beschermt het leerproces en de eerlijkheid van het spel.

Op de werkvloer zie je vergelijkbare patronen:

  • Een senior herschrijft stilletjes het voorstel van een collega.

  • Een teamleider beantwoordt altijd als eerste de klantmails.

  • Een expert voert het werk opnieuw uit in plaats van feedback te geven.

Het werkt. Maar het:

  • Ondermijnt leren

  • Voorkomt vertrouwen

  • Beperkt hoe ver een team kan groeien

De expert wordt sneller. Het team blijft hangen.

Wat kunnen we doen?

Smurfen is niet alleen gedrag, het is een systeempatroon. Daarom hebben we systeemdenken nodig.

In plaats van een kant-en-klare oplossing stel ik een ander soort sessie voor:

Een Smurf Design Sessie.

  • We starten met voorbeelden uit games

  • We verkennen wat gamebedrijven hebben geprobeerd

  • Dan reflecteren we: herkennen we dit in ons werk?

  • En we ontwerpen samen antwoorden

Geen standaardregels. Maar strategieën die passen bij:

  • Onze context

  • Onze doelen

  • Onze leerbehoeften

We kunnen die strategieën zelfs uitproberen in een spel of rollenspel, veilig, speels, en leerzaam.

Mijn rol: het patroon zichtbaar maken

In mijn sessies wijs ik mensen niet aan als ‘smurfer’. Maar ik creëer wel ruimte om te zien:

  • Wie doet welk werk?

  • Wie neemt ruimte?

  • Wie trekt zich stilletjes terug?

En ik vraag:

“Wat doet dit patroon met het leren in jullie team?”
“Welke andere opties zouden er zijn?”

Smurfen is geen fout. Het is een reflex. Een comfortzone. Een manier van werken die ongemerkt blijft… totdat we ‘m zien.

Afsluiting: Niet elke overwinning helpt het team vooruit

Smurfen voelt behulpzaam. Het levert resultaat. Maar echte groei ontstaat als iedereen wordt uitgedaagd.

Als jij het steeds oplost, kun jij degene zijn die het vertraagt.
Echte leiders stappen niet altijd in, maar soms juist terug.

Raakt dit iets dat je herkent in jouw eigen context?
Ik verken graag met je mee hoe dit eruitziet in jouw team of organisatie.

Neem contact op
 
Previous
Previous

Speelsheid als gemeenschappelijke taal: vertrouwen bouwen voorbij woorden

Next
Next

Homo Ludens herbekeken. Waarom spel geen ontsnapping is, maar een terugkeer naar onze creatieve kern